12 tips voor een rondreis vanuit Olbia of Alghero

De eerste vraag die je jezelf moet stellen als je naar Sardinië op vakantie gaat is welk deel van het eiland je wilt bezoeken. Je zult geneigd zijn om alles te willen zien, maar geloof ons, dat is in één vakantie bijna onmogelijk. Ja, je kunt in vier weken met een huurauto over het hele eiland crossen, maar dan zit je meer achter het stuur dan dat je geniet van heerlijk Sardinië. En dat lijkt ons niet de bedoeling als je een auto hebt gehuurd. Maak dus een keuze voor het noorden of het zuiden van het eiland. Als je een auto huurt in Olbia of Alghero heb je die keuze al gemaakt: het noorden. De hoofdstad Cagliari is een uitstekend vertrekpunt om het zuiden van Sardinië te ontdekken.

Sardinië is het op een na grootste eiland in de Middellandse Zee (na Sicilië) en heeft maar liefst tweeduizend kilometer kustlijn. De paradijselijke stranden, zoals langs de Costa Smeralda, trekken de meeste toeristen en in het hoogseizoen (juli en augustus) kunnen die erg druk worden. Dat is nou het fijne van een auto huren op Sardinië: je kunt het binnenland intrekken, waar al meteen veel minder toeristen zijn en je geniet van de typisch mediterrane schoonheid en de rust. Het veelzijdige Sardinië is perfect voor een roadtrip met een huurauto: kronkelige, schilderachtige wegen brengen je van de oogverblindende blauwe zee naar het bergachtige binnenland met authentieke dorpjes en historische bezienswaardigheden. Het ruige landschap van Sardinië is op zich al een attractie, maar daarnaast is dat bezaaid met duizenden zogeheten nuraghi, mysterieuze stenen ruïnes uit de bronstijd die bestaan uit torens in de vorm van bijenkorven.

Hieronder beschrijven we een rondreis langs de bezienswaardigheden – inclusief de mooiste stranden – in het noorden van Sardinië, waarbij we starten in Olbia en onderweg Alghero aandoen. Of je nu een auto huurt op Olbia Airport of de luchthaven van Alghero, je kunt vanaf beide plaatsen de route volgen en het spreekt vanzelf dat je die in beide richtingen kunt afleggen, net wat jou het beste uitkomt.

Olbia

In onze blogs raden we je vaak aan een of meerdere dagen in de stad van aankomst door te brengen. In het geval van Olbia is het maar de vraag of je dat wilt. Het is geen onaardige stad, maar behoort zeker niet tot de hoogtepunten van wat je op Sardinië kunt zien. Het hangt er dus een beetje van af hoe laat je aankomt op het vliegveld. Als dat laat in de middag is, zul je misschien liever eerst naar een hotelletje in de stad rijden om lekker ontspannen aan je vakantie te beginnen met een drankje op een terrasje in het oude centrum. Als je vroeger aankomt, kun je Olbia links laten liggen en meteen na het ophalen van je huurauto op de luchthaven beginnen aan je roadtrip. Een leuke dagtrip vanuit Olbia is een bezoek aan Isola Tavolara, dat als een een soort gigantisch zeedier uit de saffierblauwe zee oprijst. In de haven van Porto San Paolo kun je op de veerboot stappen naar het eiland. Ervaren bergbeklimmers zullen naar de top op 567 meter hoogte willen. Vanaf dit Punta Cannone heb je een ongelooflijke uitzicht op het vasteland van Sardinië.

Budoni

Het is heel verleidelijk om meteen naar de Costa Smeralda (Smaragdkust) ten noorden van Olbia te rijden, maar onze roadtrip gaat eerst naar het zuiden. Volg vanaf de luchthaven de borden naar de SS125, de weg langs de oostkust van Sardinië. Dit eerste stukje is nog niet zo spectaculair, maar je rijdt wel vlak langs de stranden, dus als je nu al graag de zee induikt, dan kan dat. Voor een panoramisch uitzicht over de Tyrreense Zee zet je de huurauto even stil bij Capo Coda Cavallo. Even verderop voert de weg pal langs het Stagno di San Teodoro, een lagune waar je verschillende soorten vogels kunt spotten, waaronder flamingo’s. Het strand langs de zeekant van de lagune, La Cinta, is prachtig en dat heeft het voormalige vissersdorp San Teodoro veranderd in een populaire (en in de zomermaanden drukke) badplaats met bijpassend nachtleven. Rustiger is Budoni, dat twintig autokilometers verder naar het zuiden ligt. Ook hier zijn schitterende stranden (Cala di Budoni en Baia Sant’Anna) en het is een geweldige uitvalsbasis voor tochten met je huurauto in de omgeving. Bijvoorbeeld naar de ruïnes van de nuraghe San Pietro, niet ver van het oude stadje Posada. Dat stadje moet je zeker bezoeken, want het heeft een klein, maar fraai historisch centrum, overheerst door het Castello della Fava. Aan de oostkant van het centro storico is een terrein waar je de huurauto gratis kunt parkeren.

Dorgali / Cala Gonone

Na Orussei loopt de SS125 dwars door een steengroeve. Geen fraaie aanblik, maar zet even door en verderop slingert de Orientale Sarda, zoals de weg ook wel genoemd wordt, weer door mooi, groen gebied naar Dorgali. Je kunt dat stadje of de badplaats Cala Gonone kiezen als uitvalsbasis. De weg tussen deze twee plaatsen (SP26) is een must-do vanwege de fantastische uitzichten onderweg. De stranden vlak bij de badplaats zelf zijn gemakkelijk bereikbaar, maar andere kun je alleen bereiken na een fikse wandeling of met een boot, bijvoorbeeld Cala Luna en Cala Sisine. De wandelpaden lopen door de prachtige natuur van de kust en op het einde word je beloond met een droomstrandje. Verder kun je boottochten maken naar indrukwekkende zeegrotten, zoals naar de Grotta dei Cormorani of Grotta del Bue Marino. Dat zijn georganiseerde tours, maar als je zelf een bootje huurt, kun je de Golfo di Orusei op eigen houtje te verkennen.

Het Archeologisch Museum in Dorgali is niet zo groot, maar geeft wel een goed overzicht van de vindplaatsen van oude culturen in de omgeving. Bovendien kun je er gidsen inhuren voor tochten naar de archeologische sites. Zo’n gids is sterk aan te raden, niet alleen omdat je dan veel meer leert over de geschiedenis, maar ook omdat je gemakkelijk verdwaalt op de wandelpaden in de bergen van Sardinië.

Su Gologone is een fascinerende waterbron ten westen van Dorgali. Het is het eindpunt van een enorm ondergronds waterstelsel in de Supramonte bergketen. Het water komt van heel diep, maar niemand weet precies hoe diep. Een duiker heeft geprobeerd de bodem van de bron te bereiken, maar hij kwam niet verder dan 135 meter. Vooral rond het middaguur, als de zon boven de bron staat, krijgt het water een prachtige, groene kleur. Je rijdt er met je gehuurde auto vanuit Dorgali gemakkelijk naartoe: volg de SP38 en SP46 richting Oliena en sla linksaf bij de borden naar Su Gologone. Aan het einde van de weg is een grote parkeerplaats. Op de terugweg kun je bij Canales Kayak een kano of kajak huren om een mooie tocht te maken over het stuwmeer Lago del Cedrino.

Gola di Gorrupu

Vanuit Dorgali is het een half uur rijden naar de parkeerplaats Ghenna Silana, het startpunt voor de tocht naar de spectaculairste kloof van Sardinië. Je daalt langs een pad van zo’n 5 kilometer niet minder dan 700 meter naar beneden, de Gola di Gorrupu is dan ook een van de diepste kloven van Europa. De kloof is bezaaid met grote stenen en er zijn drie routes uitgezet: een makkelijke groene route, een iets moeilijker gele route en een echt zware rode route, waarbij je bijna uitsluitend over stenen klautert. Die stenen kunnen soms glad zijn, dus zorg dat je wandelschoenen met een goed profiel draagt. De afdaling naar de kloof is niet zo moeilijk, maar je moet ook weer terug en dat is een pittige klim. Als je daar tegenop ziet, staan er op de bodem van de kloof jeeps die je – tegen betaling uiteraard – naar boven brengen.

Orientale Sarda

De weg van Dorgali naar de kloof Gola di Gorrupu is al prachtig, maar volg de Orientale Sarda (SS125) een stukje verder, want vanaf Urzulei wordt die nog bochtiger en uitdagender. Tot aan Santa Maria Navarrese wisselen de bochten en rechte stukken elkaar steeds sneller af. Heerlijk voor wie van een beetje sturen houdt. Blijf wel geconcentreerd rijden, want de rotswanden, berghellingen, kloven en valleien vormen een constante afleiding. Helaas zijn er maar sporadisch plekken waar je de huurauto kunt stilzetten om wat beter van het schitterende landschap te kunnen genieten. Wel kun je in het dorpje Baunei de afslag nemen richting Cala Goloritzé, wat een prachtig wit kiezelstrand is. Het laatste stuk, vanaf de camperplaats Su Porteddu, moet je lopend afleggen door een soort kloof.

Gennargentu en Foresta di Montes

Rijd via Tortolì over opnieuw bochtige wegen naar het Parco Nazionale del Gennargentu, een bergketen met de hoogste toppen van het eiland en bedekt door eeuwenoude bomen. Een wild en ongerept gebied, waar de koningsarend en de moeflon zich thuis voelen. De intense geur van de vele tijmstruiken ruik je vooral aan het begin van de zomer als ze in volle bloei staan. Dankzij de bomen in het Foresta di Montes loop je in deze bergen veel in de schaduw, wat op warme zomerdagen wel zo prettig is. Er zijn verschillende wandelroutes waarbij je kunt genieten van de mooiste uitzichten en rotsformaties. Bijvoorbeeld naar de tafelberg Monte Novo San Giovanni. Voor het hoogste punt van Sardinië, Punta la Marmora, rijd je via de SP7 naar Passo di Tascusì, waar je linksaf slaat. Bij de berghut S’Arena (buiten gebruik) kun je de huurauto parkeren en naar de 1834 meter hoge top lopen. Het spreekt vanzelf dat je hier een geweldig uitzicht hebt, onder meer zie je de op een na hoogste bergtop van Sardinië, Bruncu Spina (1829m).

Bosa

Neem ruim de tijd voor de route door het binnenland van Sardinië naar Bosa. Het landschap is overweldigend en je zou in elk dorpje wel een stop willen maken. Je doet er gemakkelijk een hele dag over om met de huurauto naar Bosa te rijden en dan nog heb je het gevoel lang niet alles gezien te hebben. Een heel bijzonder dorpje is Orgosolo, waar veel muren zijn verfraaid met schilderingen. Die traditie begon in de jaren zestig en zeventig als uitingen van protest, maar later zijn er muurschilderingen toegevoegd van het dagelijks leven.

Het middeleeuwse Bosa, aan de oevers van de rivier de Temo, is een van de kleurrijkste plaatsen van Sardinië. Vooral vanaf de Ponte Vecchio kun je goed zien hoe de bont geschilderde huizen van het stadje tegen een heuvel zijn aangebouwd met daarbovenop de ruïnes van het Castello Malaspina. Het kasteel zelf stelt niet veel meer voor, maar je hebt er vanzelfsprekend wel een mooi uitzicht. Het is heerlijk rondstruinen in de nauwe, sfeervolle straatjes van de oude stad. Bosa herbergt verschillende musea, waaronder het Museo Casa Deriu, dat is gevestigd in een historisch huis en laat zien hoe een welgestelde familie leefde in de negentiende eeuw. Aan de overkant van de rivier zie je in het leerlooierijmuseum Museo delle Conce hoe in vroeger tijden leer werd bewerkt, van koeienhuid tot eindproduct. Het is gevestigd in een fraai gerestaureerd gebouw uit 1700. Natuurlijk heeft het stadje een strand, Spiaggia di Bosa Marina. Je kunt wandelingen maken in de nabijgelegen heuvels van Monte Furru, waar ook een nuraghe te vinden is. Kortom, Bosa is een ideale tussenstop op weg naar Alghero.

Alghero

Alsof er geen einde aan mooie routes is: ook als je met je huurauto van Bosa naar Alghero rijdt, zul je onderweg volop genieten van het uitzicht op de Middellandse Zee. Deze prachtige kustweg bestaat uit de provinciale wegen SP49 (in de provincie Oristano) en SP105 (in Sassari) en loopt langs de steile kliffen van de westkust. Aan het einde van die route word je beloond met de prachtige, oude stad Alghero. Het centro storico wordt bijna geheel omgeven door zeeweringen uit de zestiende eeuw. Tussen de Piazza Sulis en Porta a Mare loopt een voetpad over deze zogeheten bastioni, waar je af en toe een pauze kunt nemen bij een van de vele cafés en restaurants. Vanaf de Bastioni Marco Polo zie je in de verte de Capo Caccia.

Die kaap kun je vanuit de haven bereiken met een veerboot, maar leuker is om er met je huurauto naartoe te rijden en vanaf het parkeerterrein ruim honderd meter naar beneden te lopen via de Escala del Cabirol. Niet voor mensen met hoogtevrees! Het doel zijn de druipsteengrotten van Neptunus, oftewel Grotta di Nettuno. Aan de westkant van het schiereiland heb je een fraai uitzicht op het eilandje Foradada, vooral bij zonsondergang. Het water rond Capo Caccia is beschermd zeegebied en het is een van de weinige plekken in de Middellandse Zee waar duikers rood koraal op geringe diepte kunnen zien. Op de heen‑ en terugweg van de kaap kom je langs Nuraghe di Palmavera, dat niet alleen die typische torens heeft maar eromheen een compleet dorpje uit de bronstijd. Heel interessant als je meer wilt weten over de oude cultuur van Sardinië.

Spiaggia La Pelosa of della Pelosetta?

Weer toe aan een dagje strand? Stuur je gehuurde auto dan van Alghero naar het noorden, waar bij het plaatsje Stintino misschien wel het mooiste strand van Sardinië ligt: La Pelosa. Het werd zó populair, dat tegenwoordig in de zomermaanden de toegang beperkt is: per dag mogen slechts 1500 mensen het strand op. Tussen 1 juni en 31 oktober moet je er online een toegangskaartje voor kopen. Het is dan ook een adembenemend mooi strand dat heel geleidelijk afloopt in zee. Het langzaam verschillende contrast tussen het helderwitte zand en het turquoise water leveren een prachtig plaatje op. Geen zin in de drukte of om te betalen voor strandbezoek? Er is een prima alternatief in de buurt: Pelosetta, oftewel klein Pelosa. Het is inderdaad veel kleiner, maar minder druk en dit strandje heeft ook wit zand en een blauwe zee.

Castelsardo

Als je Castelsardo binnenrijdt is niet moeilijk te zien waaraan het stadje zijn naam dankt. Hoog erboven ligt het Castel Doria, dat in de twaalfde eeuw werd gebouwd door de familie Doria uit Genua. Het kasteel en het dorp dat eromheen ontstond werden toen ook wel Castelgenovese genoemd. Dat veranderde toen de Kroon van Aragón uit Spanje in de vijftiende eeuw de macht overnam. De naam werd veranderd in Castellaragonese om vierhonderd jaar later de huidige naam te krijgen. De kerk Concattedrale di sant’Antonio Abate staat op een prachtige locatie: aan de noordelijke rand van het middeleeuwse centrum, waar je een panoramisch uitzicht op de haven en de zee hebt. Castelsardo is een bijzonder sfeervol stadje, met nauwe straten en trapjes waar je prima restaurants kunt vinden. Ten zuidoosten van Castelsardo zie je een bijzondere zwerfsteen die door de elementen de vorm van een olifant heeft gekregen, al is de slurf wat aan de korte kant. Je hoeft er niet ver voor om te rijden, want deze Roccia dell’Elefante staat pal langs de SS134, vlak na de aansluiting met de SP90.

Porto antico di Isola Rossa

Via die SP90 rijd je met de huurauto in ruim een half uur naar Isola Rossa. Hoewel er een leuk strand is (La Marinedda) om te surfen, kajakken of snorkelen, vind je het echte pareltje van dit plaatsje bij het eilandje met dezelfde naam voor de kust. Daar is een bijzonder onderwatermuseum. Duiker Diego Crippa organiseert er duiktochten naar een wrak dat daar zonk in de Romeinse tijd. De zes ankers die de bemanning neerliet om een aanvaring met de klif te voorkomen liggen nog precies in positie. Verder zie je er restanten van de lading, zoals Romeinse kruiken (amforen). Als je een duikbrevet hebt, mag je dit archeologische onderwatermuseum eigenlijk niet missen!

Costa Paradiso

De naam van het plaatsje Costa Paradiso is volkomen terecht: een lange rij van adembenemende rotslandschappen. De grillige, rotsige kust wordt gekenmerkt door roze graniet, dicht struikgewas, baaien en natuurlijke zwembaden. Je kunt hier gemakkelijk een plekje tussen de rotsen vinden, waar je helemaal op jezelf bent, zonder andere toeristen. Wel kunnen de wegen naar zulke plekjes nogal avontuurlijk zijn – lees: onverharde zandwegen – en rijd daar dus heel voorzichtig met je gehuurde auto. Het beste is om de auto te parkeren op een daarvoor geschikte plek en verder te lopen naar de imponerende rotskust. Er zijn ook enkele grotere stranden in de omgeving van Costa Paradiso, maar die zijn drukker. Het strand Tinnari bestaat uit grote kiezels en de afdaling ernaartoe is soms vrij steil. Trek dus goede wandelschoenen aan, die ook goed van pas komen als je van het strand naar het piscina naturale wilt lopen: prachtige, natuurlijke poelen tussen de rotsen. Aan de zuidwestkant van Costa Paradiso is een parkeerplaats, vanwaar je vlak langs de ruige kust naar het populaire strand Li Cossi kunt lopen. Door de nabijheid van de parkeerplaats kan dat strand erg druk zijn, maar veel minder mensen maken de wandeling naar de grillige rotsformaties bij Porto Lèccio.

Arcipelago di La Maddalena

Vanuit de haven van Palau kun je met je huurauto de oversteek maken naar het hoofdeiland van de Maddalena Archipel. Die eilandengroep bestaat uit zeven grotere eilanden en tientallen kleinere, omgeven door het azuurblauwe water van de Tyrreense Zee. Slechts vier eilanden zijn bewoond en alleen bij het stadje La Maddalena is er sprake van dichte bebouwing. De hele archipel, inclusief het omringende water, is een beschermd natuurgebied. We raden je echt aan je huurauto mee te nemen op de veerboot, want zo kun je de mooiste plekken verkennen en een leuke rondrit maken over de grootste eilanden Isola Maddalena en Caprera, die door een brug met elkaar zijn verbonden. In het noordoosten van Caprera kun je parkeren aan het begin van een pad dat leidt naar de Batteria di Candeo, gebouwd in 1928. De uitkijkposten en het geschut waren perfect gecamoufleerd in het granieten gesteente en je hebt er uiteraard een perfect uitzicht.

Op beide eilanden kun je verborgen baaien bezoeken, maar meestal moet je daarvoor een stukje lopen. Er is een speciale app, La Maddalena Arcipelago, met informatie over de diverse stranden en de toegankelijkheid van paden ernaartoe. Met een boottochtje kun je ook de andere eilanden bezoeken. Dankzij de vele baaien zijn er talloze landingsplaatsen. De zeebodem bij de rotsen en grotten zijn een paradijs voor snorkelaars, vooral de ondiepe gedeelten Spargiotello, Punta Coticcio en Grottino di San Francesco.

Costa Smeralda

De Smaragdkust – Costa Smeralda – is waar Sardinië beroemd om is. Sommigen denken dat die de hele noordoostkust omvat, maar dat is niet het geval. De echte Costa Smeralda is een stuk van zo’n twintig kilometer lang tussen Cala di Volpe en Liscia di Vacca met als kloppend hart de mondaine badplaats Porto Cervo. Het heet de Smaragdkust maar je kunt het ook de Goudkust noemen, want hier hebben de rijken der aarde hun optrekjes en luxe jachten. Overnachten in een van de badplaatsen aan deze kust is een duur grapje, maar je kunt vaak goede deals krijgen in bijvoorbeeld een agriturismo in het binnenland. Rijdend langs deze kust zul je ook weer blij zijn een auto te hebben gehuurd. Onderweg heb je prachtig uitzicht over de met jachten omzoomde kustlijn en de beste stranden kun je alleen bereiken als je over eigen vervoer beschikt, zoals Cala Petra Ruja. Wel zul je ook hier nog een stukje moeten lopen. Wees erop bedacht dat parkeren bij de stranden van de Costa Smeralda vaak vrij duur is.

Rijden met een huurauto op Sardinië

Door het bergachtige karakter zijn veel wegen op Sardinië bochtig, ook de hoofdwegen. In enkele gevallen is er, naast de oorspronkelijke weg, een tweede, rechtere weg aangelegd, vooral in het zuiden van het eiland. Naast de oorspronkelijke SS125 loopt er bijvoorbeeld tussen Cagliari en Tertenia de SS125var, die niet door dorpen gaat en dankzij tunnels veel minder bochtig is. Soms wordt de oude weg aangeduid met Ex SS125. Maar is een deel van het vakantieplezier niet dat je met je huurauto langzaam over heerlijk bochtige wegen door mooie natuur rijdt? De wegen op Sardinië zijn in het algemeen uitstekend onderhouden. Wel loopt er op de secundaire wegen soms vee op de weg: schapen, geiten, koeien en varkens. Let op dat er bij dorpen vaak snelheidscamera’s hangen, waarvoor de lokale bevolking bovenop de rem gaat staan. Ook ontbreken er in sommige dorpen voetpaden, rijd daar dus voorzichtig. Het kan hard waaien op Sardinië en wees daarom bedacht op zware windstoten, vooral als je hoger in de bergen rijdt.

One way auto huren op Sardinië

De rondreis die we hierboven beschrijven doet zowel Olbia als Alghero aan. Maar wat nou als je maar een deel van de reis kunt maken, bijvoorbeeld omdat je niet zo veel tijd hebt? Geen probleem, je kunt een auto huren voor een zogeheten one-way, waarbij je de auto ophaalt op de luchthaven van Olbia en weer inlevert op het vliegveld van Alghero. Of andersom, natuurlijk. Veel autoverhuurders op Sardinië bieden deze mogelijkheid en je kunt er heel gemakkelijk naar zoeken. Vul op ons zoekformulier verschillende ophaal‑ en inleverlocaties in en wij tonen je alleen de huurauto’s waarbij dat mogelijk is.

Waarom een auto huren in Olbia (of Alghero)?

Het antwoord op deze vraag is niet moeilijk: met een huurauto haal je absoluut het beste uit een rondreis over Sardinië. Een auto huren is ideaal als je volop wilt genieten van de prachtige natuur, de wilde landschappen en het fantastische lokale eten, dat je vooral in het binnenland vindt, ver weg van de toeristische gebieden aan de kust. Maar zelfs als je alleen wilt strandhoppen op Sardinië ontkom je bijna niet aan het huren van een auto, want het openbaar vervoer is zeer beperkt. Ga vandaag nog op zoek naar een huurauto voor een heerlijke, onbezorgde vakantie op Sardinië!