Athene moet je op z’n minst één keer in je leven gezien hebben. Het is tenslotte een stad die een grote rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de westerse beschaving. Naast klassieke bezienswaardigheden als de Akropolis, het Dionysus-theater en de tempel van de Olympische Zeus heeft Athene gezellige, oude wijken. Maar mensen die niet van drukte houden zullen zich al snel ongemakkelijk voelen in de hoofdstad van Griekenland, zeker in de zomermaanden. In het voor‑ en najaar is het rustiger en bovendien niet zo heet. Ook de perfecte tijd voor een roadtrip door de Peloponnesos!
We beginnen de reis hieronder op de luchthaven van Athene, maar de route voert langs Patras en Kalamata, dus je kunt de rondreis ook daar starten. Er zijn veel seizoensvluchten naar de luchthaven Patras Araxos en Kalamata Airport. De meeste reizigers gaan van deze vliegvelden meteen naar een strandhotel, maar geloof ons: je geniet zoveel meer als je eropuit trekt met een huurauto. De Peloponnesos is een schatkamer van de Griekse oudheid, maar ook het bergachtige landschap met toppen van meer dan tweeduizend meter is indrukwekkend. Bovendien zijn er schitterende stranden te vinden. Huur een auto en ga ervan genieten!
Na het ophalen van je huurauto op het vliegveld van Athene rijd je via de tolwegen A6 en A8 richting Korinthe. Je steekt dan het gelijknamige kanaal over, dat aan het einde van de negentiende eeuw werd gegraven om een kortere route te maken tussen de Golf van Korinthe en de Egeïsche Zee. Dankzij het kanaal hoefden schepen niet meer om het schiereiland Peloponnesos te varen. Deze route wordt niet veel meer gebruikt, omdat het kanaal te smal en te ondiep is voor moderne, grote schepen. Je ziet soms wel een cruiseschip, heel langzaam voortgetrokken door een sleepboot. Om het kanaal goed te bekijken neem je vanaf de snelweg afslag 9 en rijd je naar een parkeerplaats vlak voor de oude brug. Over die brug lopen voetpaden. De diepte van het kanaal nodigt uit om te bungeejumpen en die mogelijkheid is er dus ook.
De ruïnes van de oude stad Archaía Kórinthos liggen zeven kilometer voorbij de moderne stad. Van verre is de bovenstad (akropolis) van het oude Korinthe al zichtbaar. Bij de opgravingen zie je overblijfselen van kleinere tempels met Korinthische zuilen, het marktplein, fonteinen en de zuilen van de grote, Dorische tempel van Apollo. Het museum ernaast heeft een collectie van de voorwerpen die er zijn gevonden, van vazen, potten en beelden tot mozaïeken. Voor sommige mensen is dit stadsdeel niet meer dan een verzameling stenen, maar wacht tot je de heuvel ten zuiden van de oude stad bereikt.
Er loopt een weg naar de Akrokórinthos, maar vanaf de parkeerplaats staat je nog heel wat klimwerk te wachten als je alles wilt zien. Van de oorspronkelijke akropolis is niet veel over, want deze burcht werd veroverd en veranderd door achtereenvolgens de Romeinen, Byzantijnen, kruisvaarders, Venetianen en Turken. Het resultaat is een enorm uitgebreid complex met gebouwen uit verschillende tijdperken, waar je gemakkelijk enkele uren kunt doorbrengen. Er is onder meer een ingenieus systeem van waterkelders bij de bron Pirene. Kinderen (en volwassenen) vinden het spannend om door die oude kelders te dwalen. Heb je wel een zaklamp bij nodig! Het spreekt vanzelf dat het uitzicht van de heuvel indrukwekkend is, nog versterkt door de oude stenen op de voorgrond.
Om van het oude Korinthe naar het oude Mycene te rijden heb je de keuze uit verschillende wegen. De snelste route is via de A7, waarbij je gemakkelijk kunt afslaan naar een andere archeologische site, het antieke Nemea. Wil je volop genieten van de omgeving en heb je geen haast, rijd dan door het bergachtige landschap over een smal weggetje van Klenia via Agionori naar Limnes. Vervolgens rijd je over een bredere weg via Prosymna naar Mycene.
De Myceense beschaving bloeide in de late bronstijd, zo’n 3000 tot 3500 jaar geleden. De Myceners waren een welvarend, maar ook krijgslustig volk. Ze beschermden hun steden met metersdikke muren van enorme stenen, zogeheten cyclopische muren. Die werden zo genoemd, omdat alleen reuzen (cyclopen in de Griekse mythologie) die konden hebben gebouwd. Het pronkstuk is de Leeuwenpoort met het bijbehorende reliëf. Het is ongelooflijk dat dit eeuwenoude beeld na duizenden jaren nog steeds zo duidelijk herkenbaar is. Een stukje verderop is een grafheuvel met daarin de Schatkamer van Atreus. Niet dat er schatten werden gevonden, want het koninklijke graf werd al in de oudheid geplunderd. Het graf heeft binnenin een indrukwekkende koepel van ruim dertien meter hoog. De vesting ligt hoog op een rots die deels erg steil is en je kunt kilometers ver kijken, tot aan de zee.
Nafplio wordt op verschillende manieren geschreven, wij houden de spelling aan zoals die op de plaatselijke verkeersborden staat. Het is een elegant stadje met onder meer een kasteel dat van een hoge heuvel lijkt te glijden, een haven met een kasteel in de vorm van een schip en gebouwen in warme pastelkleuren. De met marmer geplaveide straatjes in het centrum zijn versierd met uitbundig bloeiende bougainvillea die over balkons naar beneden valt en waardoor een tunnel van kleur en groen ontstaat. Het wemelt er van de cafés en restaurants met hun tafels en stoelen op de stoep. Dé plek voor een overheerlijke Griekse salade met een glaasje wijn!
Nafplio was heel kort de hoofdstad van het moderne Griekenland, na de onafhankelijkheidsoorlog tegen Turkije. Aan die Turkse tijd herinneren enkele moskeeën en de vele versierde openbare waterkranen in de steegjes van de oude stad. De smalle straatjes doen wel wat denken aan de stadjes langs de Adriatische Zee in Kroatië en dat is niet zo gek, want net als daar heersten de Venetianen lange tijd over Nafplio. Zo bouwden ze er het fort Palamidi dat hoog boven de stad uittorent. Het bestaat uit niet minder dan acht bastions. Toch konden de Turken het in 1715 in een week veroveren. Er zijn 999 treden naar boven, maar gelukkig kun je er ook met je huurauto naartoe rijden. ’s Avonds is het kasteel mooi verlicht. Dan staan ook schijnwerpers gericht op de vesting in de vorm van een schip op het eilandje Boúrdzi, vlak voor de haven.
Nafplio is een hele levendige en sfeervolle stad en biedt een welkome afwisseling van alle archeologische hoogtepunten. Voor een bezoek parkeer je de huurauto het beste op het grote parkeerterrein bij de haven. Vanaf die parkeerplaats kun je een wandeling maken over een mooi voetpad tussen een steile rotswand en de zee. Dat pad voert naar het stadsstrand Arvanitia, maar een stukje zuidelijker zijn er mooiere stranden. Neraki is een klein strandje met kiezels, iets verderop is er een groter zandstrand, Karathonas. Het populairst is het strand bij de badplaats Toló, elf kilometer ten zuiden van Nafplio.
Verder is Nafplio een perfecte basis voor dagtochten naar andere bezienswaardigheden, zoals Epidaurus op slechts dertig kilometer afstand.
Er zijn vele amfitheaters uit de Griekse en Romeinse oudheid, maar je hebt er nog nooit een gezien die zo goed bewaard is gebleven als het theater van Epidaurus. De onderste ring is het oudste deel, uit de vierde eeuw voor onze jaartelling, later is de tweede ring eraan toegevoegd. Er was plaats voor ruim twaalfduizend toeschouwers. In de zomer worden hier tragedies uit de oudheid opgevoerd.
Even ten oosten van Epidaurus ligt het groene schiereiland Methana. Dat was tot driehonderd jaar geleden een vulkanisch heel actief gebied en je kunt er meer dan dertig lavakoepels, warmwaterbronnen en grotten bezoeken. Je kunt alles vanuit de huurauto bekijken, maar de verborgen schatten ontdek je niet op die manier. Uitstappen en rondwandelen is het devies, want er zijn veel wandelroutes. Bijvoorbeeld naar het vissersdorpje Agios Georgios en de Thermen van Pausanias, de bekendste warmwaterbron van het schiereiland. De grot Peristeri lijkt niet veel bijzonders, maar volg het (moeilijke) pad naar beneden en je komt bij een magisch ondergronds meertje.
De naam Sparta spreekt tot de verbeelding. Hoeveel sportclubs zijn er niet vernoemd naar wat ooit een van de belangrijkste steden was in de Peloponnesos? Spartaanse jongens werden van jongs af aan getraind om te vechten, onder meer door veel te sporten. Met harde hand werd ze discipline bijgebracht, de ‘spartaanse’ opvoeding. Eeuwenlang was Sparta een militaire grootmacht, maar door groeiende tegenstelling met Athene verloor het aan belang. Toen de Romeinen heel Griekenland veroverden was Sparta niet meer dan een onbeduidend provinciestadje. Het moderne Sparta is dat ook en van de oude stad is maar weinig bewaard gebleven. De akropolis is tegenwoordig een olijfgaard en na Epidaurus is het amfitheater van Sparta een teleurstelling. Veel stenen van het oude Sparta werden in de middeleeuwen gebruikt om Mystrás te bouwen, vijf kilometer verderop, en dat is wél een bezoek waard.
Mystrás is een ruïnestad die door de Byzantijnen groot werd gemaakt. Het werd in de negentiende eeuw verlaten, nadat het tijdens de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog was verwoest. De Byzantijnse stadhouders bouwden er kerken, kloosters en paleizen en maakten Mystrás tot een centrum van cultuur. Daarna heersten de Turken er eeuwenlang en tussendoor ook nog korte tijd de Venetianen. Daardoor biedt Mystrás een historisch inzicht in de culturele, politieke en sociale omwentelingen in Griekenland.
De ommuurde kasteelstad is gebouwd tegen een uitloper van het gebergte Taigetos, waarvan de steile wanden bij Mystrás 2100 meter hoog zijn. Zoals gebruikelijk in de Peloponnesos moet je heel wat klimwerk verrichten om alles te bekijken en bovendien is de oude stad behoorlijk uitgestrekt. Je kunt hier dan ook het beste een hele dag voor uittrekken. Met een handige overzichtskaart loop je langs de mooiste bezienswaardigheden: oude woonhuizen, maar ook kerken en kloosters uit de Byzantijnse tijd, vaak versierd met prachtige fresco’s. Een van de kloosters is nog steeds in gebruik. Het Paleis van de Despoten (zo werden de Byzantijnse stadhouders genoemd) staat op de top van de heuvel. Hier bouwden Frankische kruisvaarders in de dertiende eeuw het eerste fort, dat later werd verbouwd en uitgebreid door de Byzantijnen. Als je genoeg tijd hebt kun je van Sparta of Mystras verder naar het zuiden rijden om het prachtige schiereiland Mani te verkennen.
De enige weg van Mystras naar Kalamáta is een hele kronkelige door het Taigetosgebergte. Het is een prima verharde weg, maar je moet het wel leuk vinden om voortdurend haarspeldbochten te nemen. En mooi dat de omgeving is! Niet alleen de steile berghellingen, maar ook de traditionele dorpjes die je onderweg tegenkomt. En niet te vergeten de Langadapas, waar de berg over de weg ‘hangt’.
Het is niet voor niets dat het vliegveld van Kalamáta een drukke bestemming is in de zomermaanden, want het stadje ligt langs een baai met enkele van de mooiste stranden van de Peloponnesos. En zeg nou zelf: na de mooie en interessante, maar ook wat stoffige ruïnes is een duik in zee wel zo verfrissend!
In het amfitheater op de heuvel aan de noordkant van de stad worden in de zomer theater-, muziek- en dansvoorstellingen gehouden. Tijdens de show heb je ook mooi uitzicht op nachtelijk Kalamáta.
Van Kalamata is het slechts dertig kilometer rijden naar het dorpje Vorio, maar je doet er al gauw een uur over. Hier starten de meeste wandelingen door de Rintomokloof, ook Ridomokloof genoemd. Opnieuw houden we ons hier aan de spelling op de plaatselijke verkeersborden: Rintomo Canyon. Doe de hike door de kloof alleen als je een goede conditie hebt, want het is een behoorlijk uitdagende route. In het midden van de rivierbedding moet je over grote rotsen klimmen, maar dat is te doen als je een beetje sportief bent. Houd er wel rekening mee dat de weersomstandigheden snel kunnen veranderen. Bij regen worden de stenen erg glibberig.
Je kunt je huurauto parkeren bij de kerk in Vorio en vervolgens de borden volgen naar de kloof. Net voorbij een kleine begraafplaats loopt een pad naar de bodem. Eenmaal beneden ga je naar rechts, wat aangegeven is met pijlen. Die pijlen komen even later goed van pas als je de grotere rotsen bereikt, want ze geven aan hoe je het makkelijkst om en over die rotsen klimt. Daarna wordt de kloof smaller en loop je tussen verticale rotswanden die je tegelijkertijd kunt aanraken als je je armen uitstrekt. Even verderop zie je hoog boven dit smalle deel een brug met twee bogen en het begin van het pad omhoog. Eenmaal boven kun je verder lopen naar het dorp Pigadia of langs de rand van de kloof terug naar Vorio. Als je niet zo sportief bent aangelegd, kun je deze bovenste weg heen en terug lopen. Niet zo spectaculair als de kloof zelf, maar ook met prachtige uitzichten.
Op weg naar de baaien aan de zuidwestkust van de Peloponnesos kom je langs de Polilimnio watervallen. Ook nu komt je huurauto weer van pas, want er is geen openbaar vervoer hiernaartoe. De hoofdweg EO82 loopt door het plaatsje Kazarma, waar de afslag naar de watervallen duidelijk staat aangegeven. Aan het einde van die weg is een parkeerplaats met daarbij een cafeetje met een mooie veranda. Perfect voor een verfrissing!
Het pad naar de watervallen is vrij steil. Dat is op de heenweg niet zo moeilijk (want je loopt naar beneden), maar bedenk dat je ook weer terug moet. De naam Polilimnio (poli=veel, limnio=meer) betekent veel meren en dat is precies wat deze trapsgewijze watervallen hebben gevormd: een complex van vijftien onderling verbonden meertjes. De watervallen en poelen met kristalhelder water liggen in een paradijselijke omgeving van weelderige groene bossen en rotsige kliffen. Het grootste meer is Kadi, met watervallen die een hoogte van 25 meter bereiken. Niet alle meertjes zijn geschikt om in te zwemmen, maar je kunt ook simpelweg genieten van de natuurlijke schoonheid en de sprookjesachtige omgeving.
De baai van Voidokilia heeft een van de mooiste stranden in Griekenland. Erachter ligt de lagune Gialova die begrensd wordt door een ander mooi zandstrand, Divaria. Het is een beschermd wetland en daarom zul je geen faciliteiten vinden op de stranden. Toch weerhoudt dat mensen niet om ernaartoe te gaan, vooral in augustus kan het er druk zijn.
Behalve op het strand liggen, kun je er een geweldige wandeling maken naar het oude kasteel van Navario, dat op de linkerrots ligt, vanaf het Voidokilia-strand gezien. Alleen begint het gemakkelijkste pad naar boven aan de westkant van het Divaria-strand. Je kunt tot aan dat beginpunt rijden over een gravelweg, dus rijd langzaam met je huurauto. Er staat een duidelijk bordje welk pad naar het strand leidt en welke naar het kasteel (Palaiokastro). Het is een prachtig pad met het fort voor je en de kustlijn om je heen. Aan de andere kant van het fort heb je het iconische uitzicht op het prachtige Voidokilia-strand. Net onder het fort ligt de grot van Nestor, waar je even kunt stoppen voordat je geniet van een welverdiende plons in zee. Vanaf het strand kun je over een vlak pad teruglopen naar je auto.
Het Griekse Olympia was nooit een bewoonde plaats, maar de plek waar in de oudheid iedere vier jaar de Olympische Spelen werden gehouden. Alle Griekse stadstaten – die vaak met elkaar in oorlog waren – begroeven tijdens de Spelen de strijdbijl om elkaar sportief uit te dagen. Eerlijk gezegd valt er bij de restanten van Olympia niet bijster veel te zien. De archeologische opgraving ligt er verwaarloosd bij en veel zuilen liggen in stukken op de grond. Toch kan een bezoek interessant zijn, vanwege de historische betekenis van deze plek. Als je tussen de ruïnes loopt en de informatieborden leest, kun je je een voorstelling maken hoe het eraan toeging tijdens de antieke Olympische Spelen.
Enkele zuilen van het ronde Philippeion staan nog wel overeind. Dat werd gebouwd in opdracht van koning Philippus II van Macedonië die de Griekse stadstaten met elkaar verbond. Hier wordt honderd dagen voor het begin van de moderne Olympische Spelen de vlam ontstoken, die vervolgens in estafettevorm naar de openingsceremonie gaat.
Vanuit de haven van Katakolo reizen veel passagiers van cruiseschepen per bus naar Olympia, waardoor het er druk kan zijn. Vooral in de ochtend werpen deze toeristen een snelle blik op de tempels van Zeus en Hera en het stadion, om daarna snel door te rijden voor de lunch. Heel vroeg ’s ochtends of laat in de middag is het veel rustiger in Olympia.
Even ten noorden van die haven van Katakolo liggen mooie zandstranden, zoals bij de badplaats Skafidia. Verder is er de veerhaven van Killini waar (auto)veerboten naar het eiland Zakynthos vertrekken. Als je je huurauto wilt meenemen op de ferry, check dan van tevoren of je autoverhuurder dat toestaat en laat dat vastleggen in het contract dat je ondertekent bij het ophalen van de huurauto.
Nog verder naar het noorden vind je een beschermd natuurreservaat dat maar weinig mensen bezoeken. Als je met je huurauto langs deze westkust richting Loutra imenis rijdt, zie je het begin van diverse wandelpaden door dit schitterende natuurgebied. Paden naar rechts leiden naar een lagune, naar links door het dichte bos naar de zee. Je moet wel goed opletten, want de borden waarop de wandelroutes staan aangegeven, zijn niet altijd even duidelijk. Aan het einde van de weg kom je bij een verlaten zandstrand en een mooi uitkijkpunt over de kust.
De weg van Metoxi naar Kalogria voert door het nationaal park Strofylia en ook daar kun je mooie wandelingen maken. Het noordwestelijke puntje van de Peloponnesos is wetland, waar je vooral in de winter trekvogels kunt spotten. Gelukkig zijn er in de wintermaanden geen vluchten van en naar het ernaast gelegen vliegveld.
Patras was in de Griekse tijd een onbelangrijk agrarisch dorp. Pas onder de Romeinen kwam de stad tot bloei en werd het een centrum van bedrijvigheid en handel. Die band met Italië is nog steeds sterk, want er zijn veerverbindingen vanuit de haven van Patras met Bari, Brindisi, Ancona en zelfs Venetië (via Igoumenitsa en Korfoe). Een bezienswaardigheid in Patras is de ruïne van het kasteel op een heuvel. Het werd gebouwd door de Byzantijnen en later uitgebreid door de kruisvaarders en Venetianen. Iets lager zie je het prachtig gerestaureerde Romeinse Odeon, waar ook tegenwoordig nog voorstellingen worden gegeven.
Oud en nieuw liggen in Patras dicht bij elkaar, want even ten oosten van de stad ligt de imposante Charilaos Trikoupisbrug. Deze tweeënhalve kilometer lange brug verbindt Rio met Antirrio.
Aan de overkant rijd je door een prachtig heuvellandschap over de EO48 naar het oosten. Het pittoreske stadje Nafpaktos is het waard om even te stoppen. Daarna loopt de weg voor een groot deel door een smalle kuststrook langs de Golf van Korinthe. Er zijn veel mooie uitzichten, maar langs de weg zijn er weinig locaties waar je de huurauto veilig kunt parkeren om het landschap te fotograferen. Onderweg kun je wel stoppen bij een van de stranden: het bekende Monastiraki, op twaalf kilometer van Nafpaktos, of de stranden van Chiliadou of Skaloma.
De EO48 buigt bij Itea van de kust af en klimt dan omhoog richting Delphi, dat tegen de zuidelijke helling van de Parnassus ligt. Liefhebbers van bergwegen komen hier weer aan hun trekken. Ongeveer halverwege kijk je uit op een aquaduct dat de dorpen van water voorziet. Een steil stukje met scherpe haarspeldbochten brengt je naar Delphi. Als je langer in de regio wilt blijven is Itea een goede locatie voor een overnachting. Het ligt op zo’n tien minuten rijden van Delphi en je kunt er ’s avonds heerlijk flaneren langs het water.
Delphi is een van de heiligste plaatsen in Griekenland en in de Griekse mythologie is het de navel van de wereld. De oude Grieken bouwden hun tempels op de prachtigste plekken, omdat ze de goden verbonden aan aardse schoonheid. Delphi is daarop geen uitzondering, het ligt te midden van fantastische, groene bergen. De heiligdommen, gecombineerd met de omgeving maken van Delphi een werkelijk adembenemende en imponerende plek.
Om bij de Tempel van Apollo te komen, moet je de Heilige Weg beklimmen. Een van de eerste heiligdommen die je dan tegenkomt is dat van Athena Pronaia. De meeste mensen laten dit (letterlijk) links liggen om meteen door te lopen naar de ‘hoofdattractie’ van Delphi. Als je in alle rust wilt genieten van de tempels en de omgeving is dit een uitgelezen plek. Het beroemde Orakel van Delphi was het doorgeefluik van de god Apollo en deed haar voorspellingen in zijn tempel. Voordat ze deze profetes raadpleegden, wasten de bezoekers zich bij de Bron van Castalia. Die bron werkt nog steeds en je kunt je wassen en drinken zoals de oude Grieken dat deden.
Het moderne Archeologisch Museum hier heeft in de grote collectie een van de meest gekoesterde schatten van het oude Griekenland, de Wagenmenner van Delphi.
In Griekenland wordt op de meeste autosnelwegen tol geheven. Je kunt betalen met contant geld, een creditcard of automatisch met een zogeheten e-PASS. Er zijn niet veel Griekse autoverhuurders die zo’n elektronisch kastje in hun huurauto’s hebben, dus je bent aangewezen op handmatige betaling. Zorg dat je naar de juiste rijstrook rijdt en houd contant geld bij de hand, voor het geval de kaartautomaat niet werkt. Voor de lange tuibrug tussen de Peloponnesos en Antirrio moet je ook betalen.
De Peloponnesos verkennen met de auto is een fantastische manier om Griekenland te ervaren. Maar weet wel dat de wegen op het schiereiland vaak kronkelig en smal zijn, waardoor je langer naar een bestemming onderweg bent dan je misschien zou denken. De route hierboven is slechts een voorbeeld en beschrijft maar een klein deel van wat je op de Peloponnesos kunt zien en beleven. Dat is het fijne van een auto huren: als je iets ziet dat je intrigeert, ga er dan op uit en bekijk het. Je hebt volledige vrijheid om je eigen weg te gaan en van het plan of de route af te wijken als jij vindt dat dat nodig is.
Welke verzekeringen kies ik, hoe zit het met borg? Lees onze artikelen met handige informatie en tips. Zo kies je de juiste huurauto.