Nice wordt wel ‘de koningin van de Côte d’Azur’ genoemd en als je er een keer bent geweest, begrijp je waarom. Het is een schitterende stad, fraai gelegen aan een natuurlijke baai die je al kunt bewonderen als je vliegtuig de landing inzet naar de luchthaven. Nice heeft een fraai historisch centrum, interessante musea, mooie pleinen, gezellige bars, restaurants en terrasjes, een heerlijk strand en niet te vergeten de iconische Promenade des Anglais langs de azuurblauwe Middellandse Zee. Je kunt gemakkelijk enkele dagen in de stad doorbrengen en voor de bezienswaardigheden in Nice zelf of er vlak naast (Villefranche-sur-Mer) heb je geen huurauto nodig.
Dat ligt anders als je de omgeving wilt verkennen. Daarvoor is een huurauto ideaal. Nice ligt lekker centraal ten opzichte van de leukste attracties en mooiste bezienswaardigheden in het zuidoosten van Frankrijk. Het is dus een ideale uitvalsbasis voor dagtrips. Huur een auto in Nice en haal inspiratie uit onze beschrijving van de beste dagtochten naar de must-see plaatsen en activiteiten aan de Côte d’Azur!
De Middellandse Zeekust heeft grote aantrekkingskracht op de rijken der aarde en dat geldt ook voor Saint-Jean-Cap-Ferrat. Dit schiereiland ten oosten van Nice ligt relatief geïsoleerd en heeft prachtige natuur, waaronder mooie stranden. Veel toeristen komen vooral naar het schiereiland om te zwemmen, maar er is meer te doen op Cap Ferrat.
Eerst de stranden. Het populairste strand is Plage Paloma ten oosten van het stadje Saint-Jean. Het is vrij klein en een deel van het strandje is privé, dus het kan moeilijk zijn er een vrij plekje te vinden. Bovendien zijn de mogelijkheden om je huurauto vlakbij te parkeren beperkt. Meer parkeerplaatsen zijn er bij Plage de Passable aan de westkant van het schiereiland. Ook hier is een deel privé, maar er is genoeg ruimte over voor het openbare deel. Vanaf dit strand heb je mooi zicht op de haven van Villefranche-sur-Mer, vooral bij zonsondergang. Een van de grootste stranden is het gezinsvriendelijke Plage Cros Deï Pin, ook wel het havenstrand genoemd, omdat het naast de marina van Saint-Jean ligt.
Op de landengte naar Cap Ferrat staat een droomvilla, gebouwd door barones Béatrice Ephrussi de Rothschild. Het weelderige interieur van deze Villa Ephrussi is indrukwekkend en de zorgvuldig aangelegde tuinen eromheen zijn een waar meesterwerk van landschapsarchitectuur, met een verscheidenheid aan prachtige bomen, kleurrijke bloemperken en waterpartijen. Ze zijn onderverdeeld in verschillende stijlen: Franse tuin, Spaanse tuin, Florentijnse tuin, Japanse tuin, Provençaalse tuin, stenen tuin, exotische tuin en rozentuin.
Vanaf het dorpsplein bij de haven in Saint-Jean start een wandelroute over de landtong La Pointe de Saint-Hospice. Je loopt over wandelpaden vlak langs de kust met subliem uitzicht op de stranden, dennenbossen en ruige rotsen. Op het uiterste puntje van de landtong kun je naar de Chapelle de Saint-Hospice klimmen, met daarnaast een elf meter hoog bronzen beeld van Maria. Loop terug langs de zuidkust en de kalksteenrotsen van Pointe du Colombier. Aan het einde van de wandelroute kun je op het kleine Plage des Fossettes of het grotere Plage de la Fosse een verfrissende duik nemen.
Via de snelweg A8 rijd je in een uurtje naar Grasse, maar het is veel leuker om met je huurauto over de D7 (Route de la Colle-sur-Loup) en D2085 door het Zuid-Franse heuvellandschap te rijden. Rond het oude centrum van de stad zijn diverse ondergrondse parkeergarages, onder meer vlak bij het Musée International de la Parfumerie. Wist je dat de parfumproductie ooit begon om minder aantrekkelijke geuren te verbloemen? Tot de achttiende eeuw was Grasse een centrum van leerbewerking en iedereen die wel eens in de buurt van een looierij is geweest, weet dat die enorm stinken. In het museum volg je de geschiedenis van lekkere geuren sinds de oudheid. Kies een van de drie parfumerieën in Grasse en neem deel aan een workshop om je eigen parfum te maken (nou ja, eigenlijk maak je een eau de toilette).
Grasse heeft een fraai, middeleeuws centrum, waar je op je gemak door de nauwe steegjes kunt dwalen. Van buiten lijkt de kathedraal Notre-Dame du Puy niet zo bijzonder, maar het interieur is prachtig met onder meer drie werken van de Vlaamse schilder Peter Paul Rubens. Tussen 11 uur ’s ochtends en 3 uur ’s middags kan het in Grasse vrij druk zijn met tourgroepen, daarvoor en daarna is de sfeer in de oude binnenstad veel rustiger en authentieker.
Op zo’n twee uur rijden ten noorden van Grasse ligt het middeleeuwse vestingstadje Entrevaux. Volg de prachtige route over de D5, dwars door het Parc naturel des Préalpes d’Azur. Deze bochtige weg is geliefd onder wielrenners, dus wees bedacht op fietsers, vooral als ze met hoge snelheid afdalen. Entrevaux is opgenomen in de lijst van Les Plus Beaux Villages de France en vanuit het zuiden gezien ligt het aan de overkant van de rivier de Var. Parkeer je huurauto aan deze kant van de rivier en loop via de indrukwekkende Porte Royale en een stenen boogbrug het stadje binnen. Vlak bij de gotische kathedraal wandel je via de ophaalbrug van de Porte d’Italie naar de citadel, die in de zeventiende eeuw op de top van de heuvel werd gebouwd door de bekende militaire architect Vauban. Je hebt er geweldig uitzicht op het oude stadje en de vallei van de Var.
Hoe klein het stadje ook is, het heeft een eigen treinstation, waar het boemeltje Train des Pignes (van Nice naar Dignes-les-Bains) stopt. Op enkele dagen rijdt op een korter traject een historische trein. Zet je huurauto aan de kant en maak een reis terug in de tijd!
In het Engels heet het ‘the journey is the destination’ en dat geldt zeker voor de route naar het prinsdom Monaco. Die glitter- en glamourstad mag dan de ultieme bestemming zijn, de weg ernaartoe is een belevenis op zich! Voor de rit naar Monaco heb je maar liefst drie opties om een zogeheten corniche te volgen, elk met een ander uitzicht op de bergen en de kust. De hoogste route – Grande Corniche – volgt de oude Romeinse weg Via Julia Augusta. De bergpas Col d’Èze bij het gelijknamige dorpje ken je misschien uit de James Bondfilm GoldenEye. Wees voorbereid op een spectaculaire rit met dramatische uitzichten op de kust beneden. De lager gelegen en bredere Moyenne Corniche loopt door Èze en andere heuveldorpjes bijna tot aan de Italiaanse grens. Tot slot is er de kustweg Corniche Inférieure die alle badplaatsen aandoet, voordat je langs de met luxe jachten gevulde haven van Monaco naar het centrum van Monte Carlo rijdt. Hoewel Monaco een apart land is (het op één na kleinste land ter wereld), zijn er geen grenscontroles en kun je er probleemloos naartoe rijden met je huurauto. Meld voor de zekerheid wel aan de autoverhuurder dat je de grens oversteekt.
Op het eerste gezicht lijkt Monaco vooral te bestaan uit grote gebouwen met dure appartementen. Toch is een deel van de oude stad bewaard gebleven in de nauwe straatjes ten zuiden van de haven. Die wijk, Le Rocher, ligt aan de voet van het Prinselijk Paleis. Dat paleis is van eind maart tot half oktober opengesteld. Vanaf het Terrace du Palais heb je een fraai uitzicht over de stad en de haven. Een nog mooier uitzicht heb je in La Turbie op een heuvel net buiten Monaco. Je herkent het aan de Toscaanse zuilen van de overblijfselen van de Trophée d’Auguste. De Romeinen bouwden die ter ere van keizer Augustus, nadat die de bergstammen in de Alpen had verslagen. La Turbie heeft met zijn smalle, geplaveide straten een uitgesproken middeleeuwse charme.
Autoliefhebbers moeten in Monaco een bezoek brengen aan de indrukwekkende collectie klassieke auto’s van prins Reinier III. Naast de ruim honderd tentoongestelde wagens, waaronder enkele iconische raceauto’s, heeft het museum foto’s en video’s over het gebruik van deze auto’s.
Veel van de plaatsen om te bezoeken rond Nice zijn relatief klein, wat betekent dat je geen hele dag nodig hebt om ze te bekijken. Zo kun je gemakkelijk de drie stadjes Menton, Roquebrune en Èze combineren in één dagtocht. Ze behoren tot de mooiste plekjes aan de Franse Rivièra.
Rijd allereerst naar Menton, vanuit Nice het verste weg (zo’n dertig kilometer). Via de tolweg A8 duurt dat nog geen half uur, maar mooier is de route via de D2564 en D6007, die wel ongeveer dubbel zo veel tijd kost. Parkeer je huurauto in de grote ondergrondse garage Vieille Ville-Sablettes, bij de oude haven. Met zijn vrolijk gekleurde huizen is Menton een unieke stad aan de Côte d’Azur, vlak tegen de grens met Italië. Je ziet vooral vele tinten geel en dat heeft te maken met de citroenteelt, waarvan Menton al eeuwen het centrum is. De citroenen die daar groeien zijn bijzonder, net iets intenser van smaak. Natuurlijk moet je de beroemde citroencake van Menton proeven en je kunt er vele andere producten kopen, waarin citroen verwerkt is: van jam tot citroenlikeur en zelfs cosmetica. Elk jaar in februari haalt de stad alles uit de kast voor het Fête du Citron, een twee weken durend carnaval met onder meer grote praalwagens, gemaakt van citroenen. Het relatief kleine historische centrum van Menton vergt wel wat van je uithoudingsvermogen, want de straatjes en treden kunnen vrij steil zijn, zoals les escaliers. Deze geometrische trappen leiden naar de basiliek Saint-Michel Archange met schitterende plafondschilderingen.
Op een heuvel tussen Menton en Monaco ligt het historische Roquebrune, in een landschap dat wordt gekenmerkt door slanke cipressen en glinsterende, zilvergroene olijfbomen. Dit is alweer een dorpje doordrenkt van geschiedenis en mediterrane charme. Beklim de eeuwenoude stenen trappen en geniet van eindeloze uitzichten over de Middellandse Zee vanaf het Château de Roquebrune-Cap-Martin uit de tiende eeuw, een van de oudste kastelen van Frankrijk. Slenter terug door kronkelende straatjes om de tweeduizend jaar oude olijfboom te bewonderen, die nog steeds ieder jaar vrucht draagt. Aan de noordkant van het oude dorp is een parkeergarage waar je je huurauto kunt stallen, maar let op, er zijn twee ingangen: een voor een privégarage en een voor het openbare deel.
Het populairste dorp aan de Côte d’Azur is Èze en daarom kun je hier het beste heel vroeg zijn (vóór 10.00 uur), voordat de bussen met groepen toeristen aankomen. Dat is natuurlijk niet te doen als je eerst naar Menton bent gereden en langzaam terugrijdt naar Nice. In dat geval kun je Èze ’s avonds bezoeken als de meeste dagjesmensen alweer weg zijn. Nog beter is om te overnachten in Èze, zodat je van de schoonheid van het dorp ’s avonds én ’s ochtends vroeg kunt genieten. Nadeel is dat een onderkomen in Èze behoorlijk prijzig is. Vermijd in ieder geval een bezoek midden op de dag in de zomer, tenzij je ervan houdt om door de nauwe straatjes te dringen met drommen andere toeristen.
Overslaan dan maar, dat Èze? Nee, zeker niet, want het is zo populair omdat het een ongelooflijk mooi, middeleeuws dorpje is, hoog boven de Côte d’Azur, als een soort adelaarsnest. Trappen en steegjes leiden in alle richtingen, maar je zult er niet snel verdwalen, want Èze is niet groot. Er zijn diverse mooie doorkijkjes, maar het mooiste uitzicht op de kust is vanuit de botanische tuin Le Jardin Exotique. Je moet wel veel trappen beklimmen, maar het uitzicht, de sculpturen en de verschillende soorten planten maken een bezoek zeker de moeite waard. Aan de noordkant van het dorp is een grote ondergrondse parkeergarage, Géneral de Gaulle. Mocht die onverhoopt vol zijn, dan kun je de huurauto kwijt op de parking Èze Nord, langs de M46 (Boulevard du Maréchal Leclerc) en in een kwartiertje naar het oude centrum lopen of een shuttlebus nemen.
De route die we hierboven beschreven is mooi, maar het kan er wel druk zijn, vooral in het populaire Èze. Ten noorden van Nice zijn twee andere mooie stadjes, die minder bezocht worden. Rijd met je huurauto via de M114 in zo’n twintig minuten naar Falicon, dat hoog op een heuvel ligt, omringd door vijgen- en olijfbomen. Je kunt je gehuurde auto parkeren buiten de vestingwallen en het burchtstadje te voet verkennen. Zoals de naam al aangeeft heb je vanaf Place Bellevue een geweldig uitzicht over Nice en de Middellandse Zeekust.
Een fantastisch mooie route voert door de heuvels van Falicon naar Carros. Steek bij La Manda de Var over en rijd nog een kwartier naar het noorden. Ook in Carros kun je de huurauto aan de rand van het stadje gratis parkeren bij Place du Puy. Aan pittoreske plaatsjes geen gebrek in dit deel van Frankrijk, maar Carros spant de kroon in de regio Alpes-Maritimes. Het is een adembenemend mooi middeleeuws stadje met als hoogtepunt het Château de Carros. Bewonder niet alleen het kasteel, maar ook het museum voor hedendaagse kunst (CIAC) dat er is gevestigd en dat gratis toegankelijk is. Het uitzicht vanuit Carros is opnieuw buitengewoon: je kijkt over de vlakte van de Var, van de zee tot aan de toppen van de Alpen. Verder heeft Carros een klein openluchttheater, waar in de zomer geregeld voorstellingen worden gegeven.
Een ander hooggelegen dorp is Saorge op ongeveer zestig kilometer ten noordoosten van Nice. Het is onmogelijk om door de nauwe straatjes te rijden met een auto, dus je moet bij de toegang tot het dorp parkeren. Houd er rekening mee dat de weggetjes die naar het dorp leiden ook relatief nauw en zeer bochtig zijn. Saorge ligt in het uitgestrekte nationaal park Mercantour, waar je ongelooflijk veel mogelijkheden hebt om te genieten van de ruige natuur. Net ten zuiden van Saorge vind je de verscholen zwemplek Bain du Sémite, waar je kunt badderen in helder, maar vrij koud rivierwater. Nog verder naar het zuiden, in Breil-sur-Roya, kun je raften in een- of tweepersoons opblaasbare boten door de Gorges de la Roya. Rijd met je huurauto van Saorge naar het noorden en dan kom je bij het avonturenpark Accro des Merveilles met niet minder dan elf klim‑, klauter‑ en tokkelroutes door de bossen.
In een ander deel van het nationaal park, bij Saint-Martin-Vésubie, zijn schitterende wandelpaden uitgezet rond het Lac de Trécolpas. De goed onderhouden paden zijn perfect voor alle niveaus, van beginners tot ervaren trekkers. Je zult onder de indruk zijn van de weerspiegeling van bergtoppen in het turquoise water, terwijl het oorverdovend stil is, op zingende vogels na.
Antibes is vooral beroemd om de stranden bij de stad zelf en bij de badplaats Juan-les-Pins, maar er is meer te ontdekken. Zo zijn er delen te zien van de oude Romeinse stadsmuur. Het best bewaarde deel is de Porte de l’Orme met daarnaast de toren Le Tourraque aan de gelijknamige straat. Een wandeling over de stadswallen aan de zeekant (Promenade de l’Amiral de Grasse) biedt panoramische uitzichten.
Vlak bij Port Vauban, de grote jachthaven van Antibes (waar superjachten kunnen aanmeren tot een lengte van 160 meter!), staat het symbool van de stad, Le Fort Carré. Het stervormige bolwerk werd gebouwd in de zestiende eeuw om aanvallen van het aangrenzende hertogdom Savoye te weerstaan. In de zomer zijn er ’s avonds vaak openluchtconcerten, waarbij je niet alleen geniet van de muziek, maar ook van het verlichte Antibes bij het invallen van de avond.
De stranden Plage de la Gravette (bij de jachthaven), Plage du Ponteil en Plage de la Salis hebben allemaal fijn zand, wat een prettige afwisseling is van de vele kiezelstranden aan de Côte d’Azur. Nadeel is dat ze, zeker in hoogzomer, bijzonder druk kunnen zijn. Ook Juan-les-Pins heeft een mooi, maar druk bezocht zandstrand. Wil je de drukte ontwijken, ga dan naar de prachtige botanische tuin van Villa Thuret, een ware oase van rust!
La Route des Peintres (Schildersroute) is een wandeling van ongeveer twee uur langs punten waar schilders zich lieten inspireren om Antibes vast te leggen. Je loopt langs lessenaars met reproducties van schilderijen en een korte uitleg. Je ziet waar Monet, Picasso, Peynet en Boudin werkten. Naast de kathedraal, in het voormalige bisschopspaleis, is het Picasso Museum gevestigd, met schilder- en beeldhouwwerken, decoratieve kunst en keramiek.
Langs de hele Côte d’Azur vonden kunstenaars inspiratie in het overweldigende licht, onder wie Picasso, Bonnard, Matisse, Chagall en Renoir. Ze bezweken voor de schoonheid van de landschappen, het milde klimaat en het onvergelijkbare licht dat de kust en het achterland overspoelde. Lessenaars met reproducties van schilderijen die op die plek gemaakt zijn vind je in Nice, Cagnes-sur-Mer, Vence, Biot, Antibes, Cannes, Grasse en Saint-Tropez. De romaanse kapel van het Château de Vallauris is verfraaid met twee fresco’s van Picasso: Oorlog en Vrede en De vier delen van de wereld.
Hotel-restaurant La Colombe d’Or in Saint-Paul-de-Vence heeft een unieke collectie van beroemde schilders, die vaak met hun werken betaalden voor een verblijf of een etentje. Onder anderen Marc Chagall kwam er vaak, hij woonde en werkte twintig jaar lang in Saint-Paul-de-Vence en werd er ook begraven. Verschillende van zijn werken kun je bewonderen in de Fondation Maeght, waaronder een mozaïek bij de ingang. In dit museum zijn ook moderne kunstwerken van anderen te zien, zoals sculpturen van Joan Miró in de tuin.
Het ommuurde Saint-Paul-de-Vence is een van de oudste middeleeuwse stadjes in dit deel van Frankrijk en heeft een schitterend historisch centrum dat bol staat van de kunstgalerieën. Op zoek naar een intiem plekje om te zwemmen? Rijd dan met je huurauto via de M2 naar het noorden, sla rechtsaf de Chemin du Riou in en parkeer aan het einde van de verharde weg. Daal vervolgens lopend af naar de kloof. Klim verderop naar boven en je komt bij een grote waterval die uitmondt in een geweldig natuurlijk zwembad.
Als je in Nice een auto hebt gehuurd, kun je een prachtige tocht maken langs de ruige rotsen van het Esterelmassief. Het is een van de mooiste delen van de Côte d’Azur, waar de natuur overheerst en je helemaal tot rust komt. Rijd met je huurauto vanuit Nice naar het westen en net voorbij Mandelieu-la-Napoule begint de Corniche de l’Esterel, ook wel de Corniche d‘Or (Gouden Weg) genoemd. Tot aan Fréjus zul je versteld staan van het prachtige contrast tussen de roodkleurige bergen, de groene dennen en eucalyptusbomen en de azuurblauwe zee. De kleur van de bergen verandert naar gelang het uur van de dag en de stand van de zon: van terracotta tot oranje en vuurrood. Officieel is de route (een deel van de D559) slechts veertig kilometer lang, maar denk niet dat je die wel ‘even’ zult afleggen. Er is zo veel moois te zien, dat je vaak zult willen stoppen. En zet je gehuurde aan de kant in Saint-Raphaël om een wandel‑ of fietstocht door het Massif de l’Esterel te maken.
Dezelfde weg langs de kust in omgekeerde richting afleggen is geen straf, maar je kunt er ook voor kiezen via de DN7 (Route de Cols) terug te rijden naar Nice. Een fantastisch mooie weg door dichtbeboste heuvels.
Op het grootste deel van de A8 langs de zuidkust wordt tol geheven. Er zijn overigens genoeg mogelijkheden om tolvrije routes te kiezen en de A8 te mijden. Verder hoef je op delen van die snelweg geen tol te betalen als er weinig alternatieven zijn, zoals het stukje bij de brug over de Var tussen Saint-Isidore en Cagnes-sur-Mer. Ook op de A50 (Toulon – Marseille) en op de A51, van Meyrargues naar het noorden, moet je tol betalen.
Hierboven hebben we de mooiste dagtochten vanuit Nice beschreven, maar je kunt de stad ook als vertrekpunt nemen voor een langere reis en je huurauto ergens anders weer inleveren. Dat heet one-way autohuur en is heel gemakkelijk te regelen. Vul op ons zoekformulier in waar je de auto wilt ophalen en inleveren en wij laten je automatisch de huurauto’s zien waarbij dat mogelijk is. Je moet er wel een kleine toeslag voor betalen en op ons kostenoverzicht zie je die vermeld staan als ‘Enkele reis toeslag’.
Populaire one-way bestemmingen vanuit Nice zijn Marseille en Montpellier. Of wat dacht je van een combinatie van enkele van de dagtochten hierboven met een roadtrip naar Grenoble over de Route Napoléon? Deze weg volgt de mars die Napoléon Bonaparte maakte toen hij in 1815 terugkeerde uit ballingschap van het eiland Elba. Tegenwoordig is het een van de mooiste autoroutes in Zuid-Frankrijk. De weg is 328 kilometer lang en begint in Golfe-Juan aan de kust, ongeveer dertig kilometer ten zuidwesten van Nice. Rijd vanuit Nice met je huurauto niet helemaal naar dat officiële beginpunt, maar neem even voorbij het vliegveld de schilderachtige D2085.
Voorbij Grasse kom je op de prachtige D6085 door het Parc Naturel de Prealpes d’Azur. Er zijn onderweg diverse plekken die uitnodigen om te stoppen. Bijvoorbeeld in Castellane, dat wordt gedomineerd door een 184 meter hoge kalkstenen rots. Het dorp is de toegangspoort tot de diepe kloof Gorges du Verdon, een spectaculair mooi ravijn tussen de Var en de Hautes-Alpes. Het smaragdgroene water schittert tussen steile kliffen. Je kunt er heerlijk paddleboarden of waterfietsen. Relaxen kun je in het kuuroord Digne-les-Bains waar Napoleon overnachtte in het Château de Malijai. Net voorbij Gap is Col Bayard (1246m) het hoogste punt van de officiële route, maar als je van haarspeldbochten houdt moet je daar hier even van afwijken. De weg naar de Col de Gleize heeft een gemiddeld hellingspercentage van ruim negen procent en telt elf haarspeldbochten. Op de top (1691m) is een parkeerplaats met picknicktafels en barbecueroosters; perfect voor een lunch met fraai uitzicht! Op de eindbestemming Grenoble is de Bastille een letterlijk hoogtepunt. Een kabelbaan met bolvormige gondels – bulles – voert naar deze voormalige vesting op 264 meter boven de stad.
Er zijn best mogelijkheden om vanuit de stad met het openbaar vervoer naar attracties en bezienswaardigheden rond Nice te reizen, maar toch raden we je aan een auto te huren. Ten eerste ben je dan niet afhankelijk van de vaste vertrektijden van bussen en treinen. Bovendien rijdt het openbaar vervoer in Frankrijk op zaterdag en zondag minder frequent. Nog belangrijker is dat je overal kunt stoppen, waar je maar wilt. En dat is nou juist wat je vaak zult doen als je in de Provence in een huurauto onderweg bent. Overal zijn mooie plekjes, leuke restaurantjes en andere redenen om even halt te houden. Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, zijn er veel steile weggetjes in de Provence. Kies dus geen huurauto met een te lichte motor, als je het binnenland in wilt trekken.
Welke verzekeringen kies ik, hoe zit het met borg? Lees onze artikelen met handige informatie en tips. Zo kies je de juiste huurauto.