10 bezienswaardigheden rond Marseille

Marseille is een levendige stad met een bedrijvige vissershaven (Vieux-Port) en bijbehorende markt, kleurrijke smalle straatjes in het historische centrum Le Panier en ontelbare cafés, restaurants en terrasjes. In de stad zelf heb je geen huurauto nodig, maar Marseille is ook een prima uitvalsbasis voor dagtochten in de overweldigende natuur van de Provence. Of als startpunt voor een meerdaagse roadtrip met een huurauto door het zuiden van Frankrijk.

Wist je dat de oppervlakte van Marseille ruim twee keer groter is dan die van Parijs? Grote delen zijn overigens vrijwel onbewoond, zoals het prachtige Calanques-massief. Deze fraaie kuststrook maakt een bezoek aan Marseille extra bijzonder. Om er te komen is het wel handig een auto te huren en dat is dan ook de eerste van onze 10 bezienswaardigheden rond Marseille.

1. Les Calanques

Pal ten zuiden van de op een na grootste Franse stad strekt zich een spectaculair natuurgebied uit, het Parc National des Calanques. Het bestaat uit grillige inhammen met steile kalkstenen kliffen, afgewisseld door voormalige vissersdorpjes, waar de havens tegenwoordig vol liggen met plezierboten. Maar omdat deze dorpjes in beschermd natuurgebied liggen zijn er verder nauwelijks toeristische voorzieningen en is de dorpse sfeer behouden gebleven. Bijvoorbeeld in het pittoreske Les Goudes, dat op de uiterste zuidwestpunt van het nationaal park ligt.

Je kunt niet overal met je auto naartoe rijden en dat is maar goed ook, want zo blijft de natuurlijke pracht van de calanques behouden. En wat is erop tegen om de huurauto te laten staan en een flinke wandeling door dit ruige gebied te maken? Dat is trouwens het motto van het nationaal park: een beetje fysieke inspanning is nodig, omdat Les Calanques verdiend moeten worden! Je hebt een ruime keuze aan wandelpaden en er zijn meer dan twintig diepe natuurlijke inhammen aan deze kust. Als je naar het zeeniveau bent afgedaald, kun je een heerlijk verfrissende duik in de Middellandse Zee nemen. Kijk wel uit voor kwallen! Enkele van de mooiste calanques (van west naar oost) zijn: Marseilleveyre, Sormiou, Morgiou, Sugiton, En-Vau en Port-Pin, met elk hun eigen schoonheid en karakter. Behalve te voet kun je de kustlijn ook verkennen per kajak, peddelboard of met een georganiseerde boottocht. Verder kun je enkele van de steile rotswanden beklimmen en zijn er duikexcursies vanuit verschillende havens.

Sommige wegen door het Calanques-massief zijn erg smal. Houd er ook rekening mee dat niet alle wegen het hele jaar door open zijn. Zo zijn bij mooi weer en in de zomermaanden de wegen naar de dorpen Sormiou, Morgiou en Callelongue gesloten voor gemotoriseerd verkeer. In de zomermaanden kan het erg druk zijn in het nationaal park en het aantal parkeerterreinen is beperkt. Je kunt het natuurgebied daarom het beste bewonderen buiten het hoogseizoen. De Calanque de Sugiton werd zo populair dat je die tegenwoordig alleen nog kunt bezoeken na een online reservering.

2. Route des Crêtes

Tussen Cassis en La Ciotat loopt een van de mooiste wegen in de Provence langs de indrukwekkend hoge kliffen van Soubeyranes: de Route des Crêtes. Deze panoramische route biedt adembenemende uitzichten op de Middellandse Zee, de stranden en de kliffen van kalksteen. Je mag ‘m eigenlijk niet missen als je Marseille bezoekt, want het is een geweldige manier om de wilde schoonheid van de Provence te ontdekken.

Cassis is een leuke plaats om de route te beginnen. Het is een stadje met een typisch Provençaalse sfeer en enkele historische gebouwen, zoals het Château de Cassis, waarvan de eerste fundamenten dateren uit de achtste eeuw, en de Église Saint-Michel met mooie fresco’s. De haven wordt omzoomd door cafés en terrassen.

Het (letterlijke) hoogtepunt van de Route des Crêtes is de majestueuze Cap Canaille, op nog geen vijf kilometer vanaf het begin in Cassis. Op de top van 363 meter is het uitzicht vanzelfsprekend adembenemend. Je kunt heel ver kijken, tot aan de eilanden van de Riou-archipel.

Langs de kronkelige route zie je indrukwekkende rotsformaties met een grote variëteit in vormen en kleuren: van helderwit tot donkergrijs, afgewisseld door roodachtige tinten. Als je niet stopt, kun je de hele route in dertig minuten afleggen, maar er is niemand die dat doet, want onderweg nodigen de vergezichten uit om je huurauto even stil te zetten en te genieten. Er zijn vele parkeerplaatsen langs de weg, al kan het op mooie dagen moeilijk zijn een vrije plaats te vinden. Vaak begint bij zo’n parkeerterrein een wandelroute, waardoor je op minder drukke plekken kunt komen.

Let op: de Route des Crêtes wordt afgesloten als de kans op bosbranden groot is (code rood) en bij extreme weersomstandigheden (bijvoorbeeld harde wind). Verder is de weg van eind april tot eind september op zondagen gesloten voor gemotoriseerd verkeer. Je kunt dan wel (elektrische) fietsen huren in zowel Cassis als La Ciotat.

3. La Ciotat

Als je in Cassis bent begonnen aan de Routes des Crêtes ligt La Ciotat aan het einde ervan. En wat een leuk stadje is dat! Je kunt je huurauto parkeren op het grote terrein naast de jachthaven of in de ondergrondse parkeergarage Indigo Vieux Port. In beide gevallen ben je in het centrum van de stad rond de oude haven. Die haven heeft een heerlijk authentieke uitstraling, waar de jachten geen drie verdiepingen hoog zijn, maar er volop traditionele vissersbootjes (les pointus) liggen. Eromheen heb je ruime keuze uit terrasjes, maar dwaal ook door de nauwe straatjes erachter, waar je verrassende winkeltjes vindt.

La Ciotat speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de film! De uitvinders van de filmcamera en ‑projector, de gebroeders Lumière, hadden er een vakantiehuis en maakten een opname van de aankomst van een stoomlocomotief op het station van La Ciotat. Ze vertoonden die film in het Eden-Théâtre, dat tot op de dag van vandaag een bioscoop is en daarmee een van de oudste filmhuizen ter wereld. Nog meer historie: in het Musée Ciotaden in het voormalige stadhuis aan de haven leer je meer over de (scheepsbouw)geschiedenis van de stad.

Een van de leukste kiezelstrandjes aan de Franse zuidkust vind je vlak bij het stadje: Calanque de Figuerolles. Je kunt er in de turquoise zee zwemmen, omgeven door hoge, grillige rotsen. Vanaf de oude haven loop je er in minder dan een half uurtje naartoe, maar je kunt je huurauto ook vlakbij parkeren. Ben je niet zo dol op kiezels? Er zijn ook zandstranden bij La Ciotat, bijvoorbeeld Plage Cyrnos, Grande Plage en Plage Lumière, maar die kunnen in de zomer erg druk zijn.

Een overtocht met de veerboot naar het eilandje Île Verte is niet goedkoop, maar je hebt er wel een mooi zicht op de grillige rots Bec de l’Aigle, die hoog oprijst uit zee en uit een bepaalde hoek inderdaad iets weg heeft van een adelaar. Op het eilandje zelf kun je zwemmen in een van de baaitjes.

4. Aix-en-Provence

Marseille is een stad waar je niet echt het gevoel hebt in de Provence te zijn. Heel anders is dat slechts dertig kilometer naar het noorden, in Aix-en-Provence. Deze stad, meestal kortweg aangeduid als Aix, is van uitzonderlijke schoonheid, vooral in het quartier Mazarin dat dan ook wel ‘het kleine Versailles’ werd genoemd. Het centrum is grotendeels voetgangersgebied en niet zo groot, maar staat garant voor urenlange wandelingen door smalle straatjes en langs imposante hôtels particuliers en andere architectuur uit de zeventiende en achttiende eeuw. Aix is ​​beroemd om zijn fonteinen. De grootste staat aan het westelijke einde van de Cours Mirabeau, de boomrijke hoofdstraat door het centrum. De met mos overdekte Fontaine Moussue in diezelfde straat haalt zijn water uit een warmwaterbron.

Het Musée Granet is gewijd aan schilderkunst en beeldhouwwerk uit verschillende tijdvakken. Natuurlijk hangen er ook werken van de grote Franse impressionist Paul Cézanne, die in Aix werd geboren en veel schilderde in de omgeving. Hij was vooral gesteld op de natuur in de heuvels van Sainte-Victoire ten oosten van Aix-en-Provence, die hij tientallen keren vereeuwigde in zijn kunst. Zijn atelier daar kun je bezoeken. Even ten noorden van dat atelier ligt het Terrain des Peintres waar je ziet welke uitzichten Cézanne inspireerden. Ook de Carrières de Bibémus, iets verder weg, was een geliefde plek van de schilder

Grand Site Sainte-Victoire

Een weg door de heuvels is zelfs genoemd naar de schilder: de Route Cézanne (officieel de D17). Ook als je niks hebt met de kunstenaar is het absoluut de moeite waard om deze route te rijden. De weg leidt naar het plaatsje Le Tholonet en Grand Site Sainte-Victoire. Je kunt je huurauto kwijt op een van de vele parkeerplaatsen in dit gebied en wandelingen maken naar watervallen, grotten of naar Pic des Mouches, met 1011 meter het hoogste punt van de bergkam Sainte-Victoire.

5. Arles

De Provence was en is voor meerdere kunstenaars een bron van inspiratie. Zo had Vincent van Gogh zijn productiefste periode toen hij in Arles verbleef: hij maakte er zo’n tweehonderd schilderijen en meer dan honderd tekeningen en aquarellen. Het huis waar hij woonde bestaat niet meer, maar wel het café dat hij vereeuwigde op het schilderij Caféterras bij nacht. Ook de binnenplaats van het ziekenhuis, waar Van Gogh werd opgenomen nadat hij zijn oor had afgesneden, kun je bezoeken. Helaas zijn er in de stad geen werken van de schilder te bewonderen, behalve als de Fondation Vincent van Gogh er enkele in bruikleen heeft. Er zijn daar wel permanent schilderijen te zien van anderen, als eerbetoon aan Van Gogh.

In de Romeinse tijd was Arles een belangrijke provinciehoofdstad en er zijn nog veel overblijfselen uit de tijd, zoals het amfitheater Les Arènes en vlak ernaast het kleinere Théâtre Antique. Deze zijn nog steeds in gebruik: in de zomer worden er toneelvoorstellingen opgevoerd en concerten gehouden. Tijdens de Feria d’Arles (tijdens Pasen en in september) is het amfitheater de plaats van stierengevechten. Op het Place du Forum herinnert weinig aan het oorspronkelijke centrale plein van de Romeinen, maar eronder vind je de gewelven van het cryptoportique. Vlak bij de rivier staan ruïnes van Romeinse baden van keizer Constantijn, Thermes de Constantin. Het Musée de l’Arles antique heeft onder meer prachtige mozaïeken, rijk versierde sarcofagen en een goed bewaard gebleven platbodem die in de modder van de Rhône werd gevonden.

Vergeet niet een bezoek te brengen aan La Roquette, het middeleeuwse deel van Arles. Vroeger een wat vervallen volksbuurt, maar tegenwoordig een gewilde wijk met smalle straatjes en pittoreske pleintjes, waar je heerlijk op een terras kunt zitten.

Arles ligt op zo’n negentig kilometer van Marseille. Als je een auto hebt gehuurd, rijd je er over de snelweg in een uurtje naartoe, maar leuker zijn de routes over kleinere wegen door de heuvels van Les Alpilles.

6. Les Baux-de-Provence

Als je door Les Alpilles rijdt, mag een bezoek aan Les Baux-de-Provence niet ontbreken. Dit dorp ligt op een hoog plateau en werd in de middeleeuwen beschermd door een kasteel, waarvan nu nog slechts een ruïne over is. Er staan drie replica’s van de enorme machines die werden gebruikt om het kasteel en dorp te verdedigen. Regelmatig worden demonstraties gehouden met de enorme katapult (trebuchet) die loodzware stenen over grote afstand kon schieten. Uiteraard heb je een panoramisch uitzicht op de olijfboom‑ en wijngaarden in de omgeving. In het dorp zijn veel monumenten te bewonderen, waaronder de donjon, een romaanse kerk en het Hôtel de Manville. Schilderijen van het dorp en de omgeving kun je zien in het Musée Yves Brayer. Het Musée des Santons heeft beeldjes uit de zeventiende en achttiende eeuw, gekleed in traditionele Provençaalse kostuums.

Vlak bij Les Baux liggen twee bijzondere steengroeven, Carrière de Sarragan, waar tot voor kort kwaliteitswijn in houten tonnen werd bewaard en Carrières des Lumières, waar een indrukwekkende audiovisuele show op de muren en vloeren wordt vertoond.

Les Baux is vooral in de zomer enorm populair en het aantal parkeerplaatsen vlakbij is beperkt. Rijd er dus vroeg in de morgen naartoe, zodat er nog plek is om je huurauto te parkeren.

Rustiger is Saint-Rémy-de-Provence, dat slechts tien kilometer noordelijker ligt. Ook een mooi stadje en hier schilderde Vincent van Gogh in 1889 zijn wereldberoemde schilderij De sterrennacht.

7. La Camargue

Arles is de toegangspoort tot de Camargue, een van de grootste rivierdelta’s in Europa. De enorme Rhônedelta bestaat uit meren, lagunes, moerassen, rietvelden, grasland, duinen en bosgebieden. Hét symbool van dit gebied zijn de witte Camargue-paarden, maar je komt er nog veel meer bijzondere fauna tegen. Het is een van de belangrijkste broedgebieden in Europa van de flamingo en ook leven er bevers, zwarte runderen en honderden vogelsoorten. Het Parc ornithologique de Pont de Gau is de ideale plek om talloze vogels in hun natuurlijke leefomgeving te zien en te fotograferen, onder andere roze flamingo’s, (zilver)reigers, (stelt)kluten en ibissen. De paden van het park lopen door een oase van stilte, alleen onderbroken door het het gezang van vogels, die je van dichtbij kunt observeren.

Je kunt met de huurauto een groot deel van de Camarque verkennen, maar om dichter bij de dieren te komen kun je beter uitstappen om een van de vele wandelpaden te volgen. Of huur een fiets in het dorpje Saintes-Maries-de-la-Mer en rijd over de autovrije dijk (Digue de la Mer) naar de vuurtoren Phare de la Gacholle. Onderweg geniet je van een geweldig uitzicht over de meren, moerassen en zoutpannen.

8. Aigues-Mortes en zoutmeren

Ten westen van de Camargue liggen enorme zoutpannen. Die zijn op zich een bezoek waard, vooral als ze een hoge concentratie zout en algen hebben en daardoor fel roze kleuren. De grootste kans op roze zoutmeren is in de maanden juni en juli. Vlak bij deze meren ligt een bijzonder middeleeuws vestingstadje, Aigues-Mortes (wat dode wateren betekent). Het werd in de dertiende eeuw gesticht door koning Lodewijk IX. Hoewel Aigues-Mortes een roerige geschiedenis kent, is de middeleeuwse stadsmuur goed bewaard gebleven. Sommige kogelinslagen zijn nog te zien, stille getuigen van de godsdienstoorlogen die hier hebben gewoed. Je kunt de hele muur rond het rechthoekige stadje belopen, waarbij je langs verschillende torens komt. In sommige zijn exposities, onder meer over de geschiedenis van deze vestingwerken. Uiteraard heb je mooi uitzicht op het stadje, de zoutmeren en het canal du Rhône, vooral vanaf de Tour de Constance, het begin‑ en eindpunt van de rondgang over de stadsmuur.

9. Dorpjes en natuur in Luberon

Als je van Aix-en-Provence naar het noorden rijdt kom je in het Parc naturel régional du Luberon, een natuurpark met bergketens, rotsformaties, riviertjes, schilderachtige dorpjes en een enorm aantal wandel‑ en fietspaden door de schitterende natuur. Wil je dit gebied echt ontdekken, dan kun je alleen hier al meerdere dagen doorbrengen. Min of meer in het centrum van het park ligt het stadje Apt. Ten noordoosten daarvan vind je Colorado provençal, zo genoemd omdat het okerkleurige landschap doet denken aan dat van het Amerikaanse Colorado. Vanaf de parkeerplaats voor je huurauto zijn er twee routes. De blauwe route duurt zo’n 45 minuten, de oranje route is dubbel zo lang. Je zult versteld staan van de grillige geologische vormen en schitterende kleuren.

Die okerkleuren zie je terug in de muren van Roussillon, het bekendste hooggelegen dorpje van Luberon. Maar authentieke sferen en traditionele huizen vind je ook in andere middeleeuwse pareltjes als Gordes, Ménerbes, Saignon, Cucuron en Lourmarin. In dat laatste dorp staat het oudste renaissancekasteel van de Provence. Vlak bij Gordes ligt een gerestaureerd dorpje, Village des Bories, dat bestaat uit eeuwenoude stenen huizen en hutjes. Een geweldige plek om met kinderen naartoe te gaan, want ze mogen er hun eigen hut bouwen!

Bij het plaatsje Oppedette heeft de rivier de Calavon diepe ravijnen uitgesneden in de kalkstenen rotsen. Er loopt een twee kilometer lange wandelroute vlak langs deze kloven en die is goed te doen als je een normale conditie hebt. Je kunt ook afdalen in de Gorges d’Oppedette, maar dan heb je goede wandelschoenen nodig en moet je geen last van hoogtevrees hebben!

Manosque, aan de oostkant van de regio Luberon, is de grootste stad van de Haute-Provence. De middeleeuwse stadsmuren rond het oude centrum zijn grotendeels verdwenen, maar de toegangspoorten Porte de Soubeyran en Porte Saunerie staan nog overeind.

Lavendelvelden bij Valensole

Geen enkele reis naar de Provence is compleet zonder een bezoek aan de beroemde lavendelvelden. Rijd daarvoor met je huurauto vanuit Manosque naar het oosten, richting Valensole. Hoe dichter je bij dat plaatsje komt, hoe meer van die prachtige, glooiende, paars gekleurde velden je zult zien. Tenminste, als je er in de zomermaanden naartoe rijdt, wanneer de lavendel in bloei staat.

10. Massif de la Sainte-Baume

Ten oosten van Marseille ligt de bergkam Sainte-Baume, die op het hoogste punt 1148 meter boven de omgeving uitsteekt. Dankzij het milde klimaat is het massief een van de belangrijkste waterreservoirs in de Provence, waar talrijke rivieren ontspringen. Het gebied eromheen is een regionaal natuurpark en je kunt hier schitterende wandelingen maken langs riviertjes, ruige kliffen en kasteelruïnes. De weg ernaartoe vanuit Marseille (over de D2 en D80) is al spectaculair met veel haarspeldbochten en fantastische uitzichten.

Populaire wandelroutes naar de top beginnen in het dorpje Plan d’Aups, bij een herberg die gerund wordt door dominicaanse monniken en nonnen. Een route van twee kilometer leidt naar een grot waar Maria Magdalena haar laatste dagen zou hebben doorgebracht. De tocht naar dit bedevaartsoord is niet zo moeilijk, de route naar het hoogste punt, Jouc de l’Aigle, is uitdagender. Opvallend is het contrast tussen de noord‑ en zuidkant van de bergkam: de noordelijke hellingen zijn dicht begroeid met bos, de zuidelijke hellingen bestaan uit kale, grillige rotsen. Die laatste vormen een uitdaging voor bergbeklimmers. Ten noorden van de herberg kun je de grotten van Castelette bezoeken, die zijn gevormd door het ondergrondse riviertje de Huveaune.

Waarom een auto huren in de Provence

Veel dorpen, historische plekken en de prachtige natuur in de Provence zijn alleen goed bereikbaar met eigen vervoer. Bovendien heb je dan alle vrijheid om te stoppen waar, wanneer en hoe lang je maar wilt. Deze voordelen van een auto huren ken je vast wel, maar weet je wanneer het ook een uitkomst is? Als je van lekker eten houdt! Als je in een toeristenstadje als Saintes-Maries-de-la-Mer of een andere populaire hotspot bent, kan het nogal eens moeilijk zijn een restaurantje te vinden waar lekker authentiek gekookt wordt. De oplossing? Je huurauto! Daarmee rijd je gemakkelijk naar een afgelegen ferme auberge, waar je de echte regionale keuken vindt. Deze traditionele Franse boerderijrestaurants hebben zich verenigd en op de officiële website kun je zien welke er in jouw buurt zijn.

One-way autohuur vanuit Marseille

In de omgeving van Marseille is veel te doen en te beleven, zonder dat je daar ver voor hoeft te rijden. Maar als je de tijd hebt en langere tochten wilt maken, overweeg dan eens een auto te huren voor een zogeheten one-way. Dat betekent dat je de auto in de ene plaats ophaalt en in een andere weer inlevert. Op die manier kun je verder reizen, want je hoeft de huurauto niet terug te brengen naar het beginpunt. Vul simpelweg een andere bestemming in waar je de auto wilt inleveren en wij tonen je alleen de huurauto’s waarbij dat mogelijk is. Populaire one-ways vanuit Marseille zijn naar Lyon, de prachtige historische stad aan de samenloop van de Rhône en de Saône, naar Toulouse, de toegangspoort tot de Pyreneeën, of zelfs nog verder naar Bordeaux, een stad die steeds populairder wordt.

Auto huren en TGV

Als je een auto wilt huren om vanuit Marseille de Provence te verkennen, kun je die natuurlijk reserveren op de luchthaven, Aéroport Marseille-Provence, of in de stad zelf, maar heb je er al eens gedacht om autohuur te combineren met de hogesnelheidstrein TGV? Bijvoorbeeld: eerst een stedentrip van enkele dagen naar Parijs om vervolgens met de trein in drie uur naar het TGV station Marseille Saint-Charles te zoeven en daar in je huurauto te stappen. Of, als je de stedelijke drukte wilt vermijden, naar het station Aix-en-Provence TGV, dat buiten die stad over de snelweg D9 is gebouwd, waardoor je meteen de landelijke Provence binnenrijdt. Trein en huurauto: een perfecte combinatie voor een heerlijke vakantie in Frankrijk!